19-08-2010

de relativiteit van de tijd... / deel 1

Het centrale idee van relativiteitstheorie is dat de wetten van de mechanica, of de natuurkunde in het algemeen, niet afhankelijk mogen zijn van de snelheid die een waarnemer heeft ten opzichte van andere waarnemers. Albert E.

Tot zover de wetenschappelijke verklaring... Iedereen die lang genoeg op deze aardkloot rond-loopt snapt dat er iets heel vreemds aan de hand is met onze ervaring van tijd. De meeste mensen kunnen niet leven zonder klokken omdat ze blijkbaar zeer afhankelijk zijn van uren, minuten en seconden. Techneuten en wetenschappers rekenen dan weer met fracties van die tijd en archeologen en ruimtefreaks werken met miljarden jaren of lichtjaren... allemaal
verknocht aan diezelfde tijd !?

Als klein ventje leek de tijd altijd een eeuwigheid te duren: schooljaren zonder einde, altijd bij de klein mannen horen op de speelkoer, waar stoere binken, die blijkbaar alles al wisten, de dienst uit maakten... en dat bleef maar duren!

Zomers zonder einde, waar kampen gebouwd werden met takken en stokken en het waslinnen van de buurvrouw. De Tour de France met knikkers naspelen in en op een groten berg met rijnzand (alle klassementen werden miticuleus bijgehouden, maar Merxck won toch altijd). Stroperstochten langs de aardappelveldjes en wilde knokpartijen in gammele schuurtjes. Slentertijd zonder einde, zonder haast of zorgen!
...

En dan is er op een blauwe maandag een halve eeuw weg getikt! Zomaar weggestroomd uit je handen en uit je leven. Erger nog, want nu blijkt ook nog dat die eindeloos traag stromende tijd uit je kinderjaren een jachtige rivier is geworden die de seizoenen voortdurend sneller aanjaagt en opstuwt zodat elke zomer korter lijkt en elk jaar zo weer voorbij gesneld is. Tijd op hol, zonder remmen, pauzetoets of rewindknop.
...

Gelukkig zijn er nu de hectaren van het geheugen en het winterlicht dat komt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten