01-11-2010

onder de bed

'Daarboven, op de 3de verdieping - één, twee,drie - dat grote raam met de rode overgordijnen, daar hebben we gewoond toen jij er nog niet was' zegt mijn vrouw en haar dochter telt: 'één, twee,drie' en denkt diep na.

Ze is veel kleiner hier dan in het dorp. Kleine kinderen zijn nog kleiner in de grote stad. De drukke Anspachlaan en het grote appartementsgebouw waar ze tegenop kijkt. De derde verdieping, het raam met de rode gordijnen.

'Maar waar was ik dan?' vraagt ze, met net boven haar neusje een frons, waarmee ze later zonder diploma directrice van een meisjespensionaat kan worden. 'Je was er nog niet' zeg ik. 'Niet...', herhaalt ze niet begrijpend. 'Gewoon niet' zeg ik met enig leedvermaak. Haar blik blijft hoog aan de overkant van de laan hangen.

'Maar... zegt ze... was ik dan misschien onder de bed? Ik denk: het is misschien de héle waarheid niet, maar ik heb er vaak genoeg mee in de knoop gelegen om dit als een bevredigend antwoord te aanvaarden. Het lijkt me in ieder geval een geschikte plek te zijn , als je er niet bent. Waar komen wij vandaan? Vanonder de bed! Waar gaan wij heen? Terug onder de bed!

noot: uit 'Werk' van Josse De Pauw

Geen opmerkingen:

Een reactie posten