Des winters als het regent,
Dan zijn de paadjes diep, ja diep,
Dan komt dat loze vissertje
Vissen al in dat riet, ja riet.
Refrein:
Met zijnen rijfstok, met zijnen strijkstok,
Met zijnen lapzak, met zijnen knapzak,
[Met zijnen lere, van dirre domme dere,
Met zijne lere laarsjes aan.] (bis)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten